Mag je een auto die je als ondernemer maar heel beperkt zakelijk gebruikt, toch tot je ondernemingsvermogen rekenen? Geldt dan de grens van minimaal 10% zakelijke kilometers of een grens van 500 km?
Deze vragen speelden onlangs bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het ging om een ondernemer met een personenauto die vooral privé werd gebruikt en minder dan 10% zakelijk. De vraag was of deze auto dan wel op de balans van de onderneming mag staan: Is zo’n auto dan niet verplicht privévermogen?
Op grond van de jurisprudentie van de Hoge Raad mag een ondernemer in principe zelf bepalen of een vermogensbestanddeel zakelijk of privévermogen is, maar hij moet wel binnen de grenzen van de redelijkheid blijven. In zijn algemeenheid geldt dat een vermogensbestanddeel verplicht ondernemingsvermogen is als het voor 90 % of meer zakelijk wordt gebruikt. Het vermogensbestanddeel is verplicht privévermogen als het voor minder dan 10 % zakelijk (en dus voor 90 % of meer privé) wordt gebruikt. In de tussenliggende situaties is er sprake van keuzevermogen en mag de ondernemer zijn investering privé of zakelijk boeken.
Voor auto’s is de Hoge Raad echter in de jurisprudentie afgeweken van deze 10%-grens: Er is sprake van verplicht ondernemingsvermogen bij een privégebruik van niet meer dan 500 km per jaar. Over de omgekeerde situatie, zoals zich nu voordeed, heeft de Hoge Raad nog nooit geoordeeld. In eerste instantie oordeel de rechtbank dat ook in die situatie een grens van 500 km geldt. De rechtbank kon zich niet voorstellen dat de Hoge Raad in zo’n situatie wél aan de procentuele afbakening zou willen vasthouden, juist omdat de Hoge Raad eerder verwees naar ‘redenen van eenvoud’ en ‘vereenvoudiging’. De rechtbank gaf de ondernemer daarom in 2019 gelijk. In hoger beroep is nu echter alsnog de belastingdienst in het gelijk gesteld: Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is een situatie van relatief gering privégebruik niet gelijk aan een situatie van relatief gering zakelijk gebruik. Er zijn ook geen aanwijzingen te vinden waaruit kan worden afgeleid dat de wetgever situaties van relatief gering privégebruik op dezelfde wijze heeft willen behandelen als situaties van relatief gering zakelijk gebruik. Volgens het Gerechtshof moet daarom de 10%-grens gehanteerd blijven worden en is een auto alleen keuzevermogen als er minimaal 10% zakelijk gebruik is.
De termijn voor het indienen van cassatieberoep bij de Hoge Raad loopt op het moment van het schrijven van deze bijdage (16-1-2021) nog. Naar verwachting zal deze zaak ook nog bij de Hoge Raad terecht komen. Wij houden je op de hoogte!
Bron: AMD Automotive fiscalisten