Kon je de klassieke Mercedes S-Klasse altijd met enig recht beschouwen als een excessief grote CO2-spugende slee, voor de elektrische reïncarnatie van deze dinosaurus (de EQS) geldt dit uiteraard niet. Hoewel, hij is mede door het enorme, 108 kWh grote accupakket uiteraard wèl héél erg zwaar (2,6 ton). En hij is groot, met een lengte van 5,22 meter. Maar daardoor is de EQS wat hij moet zijn: de ultieme elektrische (reis)limousine, met een actieradius van 722 kilometer. Dat haal je in de praktijk uiteraard lang niet, maar 500 kilometer is ook best okay in de dagelijkse praktijk, vooral ook omdat het laden vrij snel gaat. We zeggen bewust ‘vrij snel’, want supersnel gaat het nog niet, omdat Mercedes-Benz nog steeds niet kiest voor 800V-technologie. Tweehonderd kWh is de maximale laadsnelheid en we weten allemaal dat je dat zelfs bij een 350 kW-lader doorgaans (bij lange na niet) haalt. De EQS heeft een zeer lage luchtweerstand (Cw 0,20) en dat zie je er ook wel aan af, het is wat je noemt een aalgladde auto. Dat zet zich aan de binnenkant voort, vooral als je hebt gekozen voor het optionele MBUX-Hyperscreen. Dan is feitelijk het hele ‘dashboard’ (letterlijk vertaald is dat het modderscherm van een koets, wat in relatie tot ’s werelds oudste automerk best wel weer eens genoemd mag worden…) een scherm geworden. Met een zeer hoge resolutie en schier eindeloze configuratie-mogelijkheden; battleship ‘Galactica’ dus, maar dan futuristischer…
Voldoende vermogen
De onvermijdelijke vragen zijn ondanks alles tóch altijd weer: ‘hoeveel peekaa’s en hoe snel’? Nou, dat valt onwillekeurig allemaal een beetje tegen, met 524 pk/385 kW (eigenlijk moeten we het zolangzamerhand ècht alleen nog maar over kilowatts hebben) en 210 km/h. In onze ‘Safe New World’ is de topsnelheid uiteraard volkomen irrelevant. Het duurt ècht niet lang meer vooraleer er ook in Duitsland nergens sneller dan 130 km’h gereden mag worden. Acceleratie 0-100 in 4,3 seconden. Dus dat is heus allemaal ‘voldoende’ zoals Rolls Royce placht te zeggen. En als je moest vragen wat een RR kostte, dan kon je hem niet betalen. Zó erg is het in dit geval niet, maar voldoende vermogen in de financiële zin van het woord strekt uiteraard wel degelijk tot aanbeveling bij een basisprijs van ruim 120.000 euro. Weet ook dat je zomaar richting de twee ton gaat als je ongeremd aan het configureren slaat. En zeg nou zelf, als je dan met gepaste trots in het non-plus-ultra van hetgeen de Europese auto-industrie in haar mars heeft gaat rijden, dan wil je ook wèl al het moois aan boord hebben. Al is zo’n ongevraagde ‘Energizing Comfort’ toestand met licht- en geluidseffecten plus een stevige massage vroeg in de ochtend wellicht wat veel van het goede. Wèl erg aangenaam is de weldadige rust (de EQS is zelfs voor een elektrisch aangedreven auto extreem stil) en het geweldige veercomfort in combinatie met meesturende achteras, die zowel voor ongekende stabiliteit als onverwachte handelbaarheid zorgt.
Dus…
Als het kan, doe het dan ook maar gewoon!
