Actualiteiten

Maar 300 euro bijtelling voor een bestelauto, kan dat?

Ja dat kan in sommige gevallen, Elbert Fiscaal meldt hier het volgende over.

Wanneer je als ondernemer werknemers in dienst hebt, kun je soms gebruik maken van de ‘eindheffing doorlopend afwisselend gebruik bestelauto’, ook wel de 300 euro regeling genoemd. Maar wanneer mag je hier eigenlijk gebruik van maken? De precieze voorwaarden zijn lastig te vinden. We zetten ze hieronder kort voor je op een rij.

Hoe werkt deze regeling?

Heb je als ondernemer personeel in dienst dat gebruik maakt van een bestelauto van de zaak? Dan is de kans groot dat je een bijtelling in moet houden op hun salaris. Kun je gebruik maken van de eindheffing doorlopend afwisselend gebruik, dan kun je de belastingheffing voor eigen rekening nemen door 300 euro per jaar af te dragen aan de Belastingdienst. Deze 300 euro bereken je per bestelauto, dus niet per personeelslid.

Mag je dan wel privé in deze bestelauto rijden?

Jazeker! Deze eindheffing pas je namelijk toe als de bestelauto al onder de bijtelling valt. Geldt er geen bijtelling, dan heeft het ook weinig zin om deze af te kopen. In de praktijk gebruiken ondernemers deze regeling echter ook als er niet privé wordt gereden, dit om een discussie over de bijtelling te voorkomen.

Wat zijn de eisen?

1. Bestelauto en personeel

Allereerst moet het natuurlijk gaan om een bestelauto, deze regeling geldt dus niet voor een personenauto. Daarnaast moet je personeel in dienst hebben. Dit is namelijk een regeling uit de loonbelasting en loonbelasting betaal je – uitzondering daargelaten – alleen voor je personeel. Ben jij in dienst van je eigen bv? Dan val je ook onder de loonbelasting. Een verdere eis is dat je meer personeel moet hebben dan bestelauto’s.

2. Doorlopend afwisselend gebruik

Het personeel moet de bestelauto doorlopend afwisselend gebruiken. Je hoeft daarbij niet voortdurend per dag te wisselen van bestelauto, maar het is ook weer niet de bedoeling dat iemand maandenlang in zijn eentje gebruik maakt van die bestelauto. Je kunt het jezelf makkelijker maken door bij te laten houden wie wanneer in de bestelauto heeft gereden. Het doorlopend afwisselend gebruik moet bovendien door de bedrijfsvoering komen. Kortom, het moet dus logisch zijn dat dan de ene collega en dan de andere collega de bestelauto pakt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het bezorgen van bestellingen of aan een bedrijf dat servicediensten verricht.

3. Niet toerekenbaar privégebruik

Deze eis komt er grofweg op neer dat je als baas niet precies moet weten wie wanneer en hoeveel privé rijdt in de bestelauto. Je mag dus wel weten wie er in de bestelauto heeft gereden, maar niet wat ze er privé mee gedaan hebben. Dat een collega de bestelauto na afloop van het werk eens mee naar huis neemt is overigens prima, zolang het maar niet steeds dezelfde collega is. Deze eindheffing is namelijk bedoeld voor ondernemers voor wie het te lastig is om alle privéritten goed bij te houden. Zit er in de bestelauto een blackboxsysteem, dan kun je deze regeling dus meestal wel vergeten.

Attentie!

Tot slot nog even een tip: deze regeling geldt voor de loonbelasting, niet voor andere belastingen. Dat je maar 300 euro aan loonbelasting hoeft te betalen voor deze bestelauto, wil dus niet zeggen dat je ook een laag bedrag aan omzetbelasting hoeft af te dragen. Dit was vroeger wel zo, maar deze koppeling tussen de omzetbelasting en de loonbelasting is al in 2011 afgeschaft.

Een bestelauto is niet altijd een bestelauto

Voor de belastingheffing is het van belang om te weten in welke auto je rijdt. Wist je dat er een verschil kan zitten tussen de beoordeling door het RDW en de beoordeling door de Belastingdienst? Je mag ervan uit gaan dat jouw dealer goed op de hoogte is van alle regels, maar ben jij dat zelf ook?

De belastingregels wisselen vaak. Het is verstandig om deze wijzigingen goed in de gaten te houden. Ook van de bestaande regels moet je goed op de hoogte zijn. Je voorkomt hierdoor dat je voor onaangename verrassingen komt te staan. Hierbij een paar praktische aanwijzingen:

RDW zegt niets over de belasting

Staat je auto bij de RDW ingeschreven als bestelauto, dan wil dat helaas nog niet zeggen dat het ook voor de belastingen een bestelauto is. Toegegeven: meestal is dit wel het geval, maar het hoeft dus niet. De auto zou ook een vrachtwagen of een personenauto kunnen zijn, om maar wat te noemen.

Wijziging door ombouw?

Laat je je auto ombouwen tot bestelauto? Check dan altijd goed of de ombouw ook aan de belastingregels voldoet. Er is bijvoorbeeld weleens een rechtszaak geweest waarin bleek dat de ruimte van de laadvloer net 1 centimeter te kort was om aan de eisen van de Belastingdienst te voldoen. Die ene centimeter kan je dus allerlei belastingvoordelen kosten zoals de grijskentekenregeling.

Auto per ongeluk omgebouwd?

Het komt ook wel eens voor dat je je bestelauto per ongeluk hebt omgebouwd tot personenauto. Een berucht voorbeeld is het verwijderen of verplaatsen van de tussenwand, ook al is het – bij wijze van spreken – maar voor een uurtje. Word je aangehouden in een bestelauto zonder tussenwand, dan kun je mogelijk een forse belastingaanslag verwachten.

Tip: kijk in de belastingwet

Wil je zeker weten dat je bestelauto ook voor de belastingwet een bestelauto is? Kijk dan eens in de wet. Het is niet de meest makkelijke kost, maar in artikel 3 van de Wet BPM vind je de regels waar de Belastingdienst mee werkt. Regels voor bijzondere gevallen vind je terug in het Kaderbesluit BPM en het Kaderbesluit MRB. Deze laatste twee bevatten geen wettelijke regels, maar hierin kun je wel zien hoe de Belastingdienst er over denkt. Doe er je voordeel mee!

Bron: Auto & Fiscus, Elbert fiscaal