Actualiteiten

MODYN OVER ‘DESIGN THAT MOVES’

MODYN over ‘Design that moves’

Een auto is veel meer dan vier wielen en een stuur. Het oog wil natuurlijk ook wat! Er wordt daarom veel aandacht besteed aan het design. En dit geldt natuurlijk niet alleen voor auto’s. Ook op de fiets wil je gezien worden. Maar hoe komt een design tot stand? ALD Automotive sprak hierover met Rik de Reuver van mobility designbureau MODYN.

Rik de Reuver is afgestudeerd aan de TU Delft en na zijn studie bij DAF Trucks op de ontwerpafdeling beland. Dit ging destijds failliet maar Rik heeft de mobiliteitssector nooit verlaten. Hij startte als freelancer bij MODYN (dat toen nog Vanderveer Designers heette) en is nu 20 jaar later deels eigenaar van het bedrijf. Hij legt uit dat MODYN een ontwerp- en ontwikkelbureau is voor alles dat met mobiliteit te maken heeft. Daar vallen uiteraard fietsen en bussen onder, maar ook kinderwagens, autostoeltjes en rugzakken. 

Kun je uitleggen hoe een product en het design ervan tot stand komt?

Rik: “Klanten komen bij ons met een vraag, soms een probleem. Onze taak is dan om samen met de klant goed in kaart te brengen wat zij willen en hen ook een beetje uit te dagen. Klanten bekijken hun producten vaak vanuit een business view, wij treden op als ambassadeur van de eindgebruiker. Je krijgt dan een mooi spanningsveld en dan volgt er een debrief. Dat is het begin van een ontwerpproces.”

“We oriënteren ons eerst op de markt, wat doen concurrenten, wat zijn de typische eindgebruikers van het product, om vervolgens aan de slag te gaan met de schetsen. Tegenwoordig gaat dit natuurlijk allemaal digitaal. Meestal maken wij een aantal designs zodat de klant wat te kiezen heeft. En soms wordt er tussen deze concepten wat ‘heen en weer geshopt’ omdat verschillende schetsen details hebben die heel erg aanspreken. Dit wordt samengevoegd en dan volgt er een ontwerp dat leidend gaat worden in het verdere proces. Als het design grotendeels bepaald is, gaan we met de maakbaarheid aan de slag. Dus kijken we of we dat wat we bedacht hebben ook echt kunnen produceren.”  

Hoe doe je dat en hoe maak je een design vervolgens ook visueel tastbaar? 

“Dat is echt een groot voordeel van deze tijd ten opzichte van vroeger. Nu maken wij een CAD 3D-design. Dus een computer-aided design en dit kun je met virtual reality laten zien. Je laat dan een product 1 op 1 zien. Dat is onder meer voor VDL Bus & Coach van heel veel waarde gebleken. Je kunt dan namelijk in je kantoor een bus van een paar meter lang neerzetten. Je kunt ‘m zelf van een afstandje bekijken en er doorheen lopen of achter het stuur zitten. Een enorme belangrijke ontwikkeling binnen onze branche want hiermee kun je je product al in een heel vroeg stadium tastbaar maken.” 

Is het ontwerpproces dan makkelijker geworden in de loop der jaren?

“Je krijgt in elk geval klanten makkelijker mee in je verhaal en proces. Het verkort een proces aanzienlijk omdat het efficiënter is. Je haalt bijvoorbeeld veel eerder foutjes uit een ontwerp. Desalniettemin maken we uiteindelijk ook nog een mock-up. En soms maken we een echt fullsize model. Bij het ontwerp van een bus zoals in het geval van VDL praat je over investeringen van miljoenen dus dan wil men een fysiek product kunnen zien. Tot slot moet je nog bepalen met welke materialen het product gemaakt moet worden. Het is zo een proces van 3 tot 4 jaar voordat het eerste ontwerp op een beurs getoond kan worden.” 

Hoe belangrijk zijn de trends van nu voor het design van bijvoorbeeld een auto?

“Dat is wisselend. Een bus of een auto moet bij wijze van spreken 30 jaar mee kunnen. Het ontwerp moet dus redelijk future proof zijn. Daarom komt de inspiratie niet van mobiliteitsbeurzen want dat is feitelijk kijken in de achteruitkijkspiegel. De bekleding, daar kan in de loop der jaren nog wel wat mee gewisseld worden dus daar kun je wel meer mee spelen. Bij het ontwerp van een fiets is het meer zaak bij de tijd te zijn en te weten wat de modekleuren zijn. Inspiratie halen we eigenlijk overal vandaan. Dat is een beetje een ontwerpersziekte. Soms is dat heel vervelend en kun je nooit meer onbevangen ergens naar kijken. Je kijkt voortdurend om je heen en je kunt feitelijk naar geen enkel product normaal kijken zonder details, knopjes en dingetjes te zien.”

Als je naar autofabrikanten kijkt, welk merk inspireert jou het meeste of kijk je in elk geval graag naar? 

“Voor mij steekt daar één met kop en schouders bovenuit: Tesla. Het concept heeft de hele markt ontregeld. Het is bijzonder dat zij vrijwel uit het niets gekomen zijn en toch in no-time een probleemloze auto hebben neergezet. Dat is eigenlijk gewoon heel bijzonder? Natuurlijk vind ik ook het verhaal erachter interessant. Die Elon Musk heeft lef! Hij inspireert mij vooral vanuit zijn visie, dat we niet moeten blijven hangen in het oude spul. En evengoed ziet Tesla er nog uit als een gewone auto, geen buitenaards ding.” 

Hoe ziet de auto van de toekomst in jouw ogen eruit? 

“Zonder meer autonoom. En qua design misschien niet heel afwijkend van de huidige generatie. De verhoudingen worden waarschijnlijk wel iets anders omdat het interieur een andere functie gaat krijgen. Je kunt auto’s dan natuurlijk anders gaan indelen. Ik verwacht wel dat er in de toekomst met name in de steden minder ruimte zal zijn voor de auto. We moeten meer gaan denken in ketenmobiliteit en het aan elkaar knopen van verschillende modaliteiten. Hoe je dat gaat inrichten? Meer stations en stallingen. In elk geval komt er altijd wel iets uit voort waar wij ontwerpers ons weer mee bezig kunnen houden.“